Goedereede

Goedereede was vroeger een belangrijke handelsplaats met stadswallen. De naam Goedereede betekent "veilige ankerplaats". Op het grondgebied van Ouddorp was vroeger een Romeinse nederzetting gevestigd.

Omstreeks de derde eeuw zou door ophoging en aanslibbing het eiland Westvoorn zijn ontstaan.

In de middeleeuwen nam door de gunstige ligging van het eiland en de uitbreidende scheepvaart de bedrijvigheid op en rond het eiland toe. Steeds meer vissers, boeren en kooplieden vestigden zich op Westvoorne. Deze nederzetting kreeg de naam van Goede Reede (veilige haven) of Goer-ee (ruw, woest eiland). De nederzetting kreeg in 1312 stadsrechten en privileges van de heer Gereart van Voorne.


Een belangrijk recht werd verkregen in 1331; namelijk het recht van vrije weekmarkt. Dit hield in dat de handel in een bepaalde streek naar een bepaald centrum werd getrokken. Het handelsverkeer kwam op gang en rond het jaar 1477 was er sprake van een bloeiende economie.

Ondertussen teisterden water, storm en wind het eiland onder meer in de jaren 1421, 1530, 1570 (Allerheiligenvloed), 1618 en 1682. In 1418 werd de stad geteisterd door krijgsvolk van Jan van Beijeren en door brandstichting en plundering ernstig geschonden. In 1490 moest men zich weren tegen de Zevenbergers en in datzelfde jaar sloeg de stad bovendien een aanval af van de Hoeksen onder aanvoering van Frans van Brederode[1]. In 1482 werd de stad grotendeels in de as gelegd doordat een vrouw in de Catharinastraat hete as had uitgegoten. De stad werd echter keer op keer herbouwd. Rond 1545 telde Goedereede 160 huizen binnen de stadsgrachten. Aan het eind van de 16e eeuw, kort na de invoering van de protestantse Reformatie, vonden in Goedereede en Ouddorp de geruchtmakende heksenprocessen op Westvoorne plaats, waarbij vrouwen en mannen ter dood werden gebracht.

De historische economische grootheid en het aanzien van Goedereede gingen verloren door de vele aanslibbingen. De haven moest steeds worden verlegd, de kooplui trokken er weg en de handel & visserij verliepen steeds moeizamer. Goedereede werd na het bedijken van de omliggende polders een landbouwdorp. Het stadje raakte steeds meer in verval. De stadsmuren werden niet meer onderhouden en tenslotte gesloopt. De laatste poort van Goedereede, de Molenpoort is rond de vorige eeuwwisseling gesloopt.

Door Rijkswaterstaat is na de Watersnoodramp van 1953 besloten om ter beveiliging van Goedereede de haven af te dammen. In 1958 is even ten zuiden van Goedereede-Havenhoofd een dam met een duiker aangebracht. Scheepvaart naar Goedereede was daarmee niet meer mogelijk en alle vissers werden nu gedwongen op het Havenhoofd te blijven liggen.

Een trekpleister van formaat

De Toren

In de Gotische toren wordt door de Stichting Goereese Gemeenschap een museum geëxploiteerd. De collectie bestaat onder meer uit in Goedereede door de archeologische vereniging “De Motte” opgegraven aardewerk. Daarnaast bestaat de collectie uit voorwerpen die betrekking hebben op de klederdracht van het voormalige eiland. Ook bezit het museum enkele antieke scheepsmodellen en wordt een doorlopende powerpointpresentatie met historische foto’s van het eiland verzorgd. Het museum heeft meerdere verdiepingen. Zo is ook de beiaardzolder te bezoeken waarop u een van de grootste carillons van Nederland aantreft. Vanaf het dak van de toren heeft u een magnifiek uitzicht over het historische stadje, het eiland en de wijde omgeving (Haringvliet, Grevelingenmeer, Noordzee).


In de toren worden regelmatig exposities door kunstenaars verzorgd en concerten georganiseerd. De toren heeft namelijk een sublieme akoestiek. In de oneven jaren is er op de begane grond altijd een bijzondere quilttentoonstelling, die zelfs internationaal veel belangstelling trekt.

bron:http://www.torenmuseum.nl/